Natuur & Landschap

Huidig beleid

De Grote Wetering en de Nieuwe Wetering zijn aangewezen als ecologische verbindingszone. Deze verbindingszones bestaan uit een aaneenschakeling van natuurelementen (stapstenen) die de multifunctionele komgronden doorsnijden.

De ecologische verbindingszone langs de Grote Wetering, begint in het oosten bij de N322 en loopt door tot het gemaal van Quarles van Ufford aan de westzijde. De zuidelijke oever heeft een breedte van circa 10 m en de noordelijke oever is circa 3 m bestaande uit een corridor met stapstenen, ingebed in een landschapszone. ‘Natte’ elementen zoals poelen zijn essentieel in dit model. De Reef Wetering, tussen de Grote Wetering en het gebied rondom De Meren, is inmiddels in ontwikkeling als natuurgebied.

De komgronden hebben ook een belangrijke ecologische waarde voor weidevogels. Met name het oostelijke deel van het buitengebied is geschikt als weidevogelgebied. Er zijn overigens geen gebieden binnen de gemeente die de provincie formeel ook als zodanig heeft aangewezen. Daarnaast zijn enkele eendenkooien als natuurgebied aangewezen en deze worden ook als zodanig beschermd. Tot slot wordt gestreefd naar het behoud van opgaande populieren(bos)percelen in verband met het ecologisch functioneren van landschap.

Trends en ontwikkelingen

Allereerst zorgen de nieuwe opgaven op het gebied van klimaatadaptatie en energietransitie voor belangrijke ontwikkelingen op het gebied van natuur en landschap. Samen met schaalvergroting van de landbouw en woningbouw zorgen zij voor de grootste ruimteclaims. Zo moet in het kader van klimaatadaptatie voorzien worden in de aanleg van waterberging. De energietransitie zorgt weer voor andere dilemma’s en vraagstukken: willen we zonnepanelen op (landbouw)gronden leggen en wat betekent dit voor de kwaliteit van de bodem? Hoe kunnen we ze zo landschappelijk inpassen dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de biodiversiteit?

Als belangrijke trends kunnen verder worden genoemd de omvorming van de traditionele landbouw tot een meer natuurinclusieve, biologische (kringloop)landbouw en de wens om de biodiversiteit in het gehele buitengebied te vergroten. Dit laatste kan worden bereikt door de aanleg en instandhouding van bermen, laanbeplanting, bosjes en andere landschapselementen, maar ook door agrarisch natuurbeheer. Agrarisch natuurbeheer is een aangepaste bedrijfsvoering om natuur- en landschapswaarden te behouden of te creëren. De betreffende percelen behouden hun (primaire) landbouwproductiefunctie, maar agrariërs nemen op en rond hun bedrijf maatregelen voor natuur en landschap. Een boer kan tijdens de werkzaamheden rekening houden met de natuurlijke flora en fauna op zijn land. Zo kan hij besluiten voor een bepaalde datum zijn weilanden niet te maaien, rekening houden met de nesten van weidevogels, slootkanten niet maaien, het land niet bemesten of poelen graven voor amfibieën. Ook kan hij akkerranden aanbrengen voor biodiversiteit of solitaire bomen planten voor schaduw. Voor maatregelen die een extra inspanning vragen of extra kosten met zich mee brengen, kan de boer een vergoeding van de overheid krijgen. Sinds 1 januari 2016 is er vanuit de provincies het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. De kern hiervan is een leefgebiedenbenadering voor (dier)soorten van internationaal belang op basis van een collectieve, gebiedsgerichte aanpak. De provincie verstrekt echter alleen maar subsidie voor ANLb aan gecertificeerde agrarische collectieven en niet aan individuele agrariërs. De provincie geeft in haar Natuurbeheerplan aan in welke gebieden het voor agrarische collectieven mogelijk is om subsidie voor het ANLb aan te vragen.

Ambities en keuzes

Het is de ambitie van de gemeente om in het buitengebied zowel op eigen gronden als op particuliere gronden de biodiversiteit te vergroten.

Op eigen gronden gaat het dan bijvoorbeeld om (bloeiende) bermen, diversiteit in laanbomen, watergangen, bospercelen, grienden en eendenkooien. De gemeente maakt al jaren gebruik van de landschapsregeling (subsidie) van de provincie Gelderland voor projecten gericht op versterking van de landschapskwaliteit en biodiversiteit in het cultuurlandschap. Bewonersparticipatie vormt hierbij de rode draad. Veel bewoners en vrijwilligers zijn gemotiveerd om een belangrijke bijdrage te leveren aan het versterken van de landschappelijke identiteit, het vergroten van de beleefbaarheid van de landschappen en het behouden van de landschapskwaliteiten. De gemeente blijft dit ondersteunen.

De gemeente wil agrariërs faciliteren om klimaatslimme landschapselementen aan te brengen. Hierbij kan men denken aan waterberging, houtwallen, kleine bosjes en (kruidenrijke) akkerranden en bloemstroken langs percelen. Op deze manier wordt niet alleen de biodiversiteit en de waterkwaliteit vergroot, maar het zorgt ook voor plaagbeheersing van gewassen en bestuiving. Onder faciliteren wordt niet verstaan dat er vanuit de gemeente financiële middelen beschikbaar worden gesteld, maar het gaat meer om het actief doorverwijzen naar particuliere initiatieven en subsidies en het actief onder de aandacht brengen van deze initiatieven.

Verder blijft de gemeente het belangrijk vinden dat bestaande en eventueel toekomstige (agrarische) bedrijven landschappelijk worden ingepast met aandacht voor erfbeplanting, zeker waar dit het wederopbouwgebied betreft.

Tot slot wil de gemeente door het stimuleren van circulaire, natuur-inclusieve landbouw een bijdrage leveren aan de vergroting van de biodiversiteit. Boeren die zich bezighouden met circulaire (kringloop)landbouw zorgen daarnaast voor een vruchtbare bodem, produceren met korte kringlopen en dragen bij aan klimaatadaptatie en een goed watersysteem.

 


Afdrukken   E-mailadres