Natuur & Landschap

Huidig beleid

Grote delen van de uiterwaarden liggen binnen het NNN en zijn dan ook bedoeld voor de ontwikkeling van natuur langs de grote rivieren. De uiterwaarden zijn landschappelijk en ecologisch van grote betekenis, vooral door hun ruimtelijke afwisseling en de regelmatige overstroming. Daarnaast moet ruimte worden geboden aan de rivier (zie de kaart ‘Grote rivieren’ uit het Beleid algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)). De uiterwaarden langs de Waal zijn in hun geheel ook onderdeel van het Natura 2000-gebied ‘Rijntakken’. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden.

De uiterwaarden van de Maas hebben een ander karakter dan de uiterwaarden van de Waal. Door de kanalisatie zijn oude Maasarmen afgesneden waardoor de uiterwaarden sterk wisselen in hun omvang. De ene keer smal, waarbij de dijk en de kern de rivier bijna raken, om vervolgens te verbreden daar waar een oude Maasarm loopt of heeft gelopen. Er vindt nog altijd zandwinning plaats in de Maasuiterwaarden. Na afloop van de zandwinning worden deze gebieden ingericht als natuurgebied en maken vanaf dat moment deel uit van het NNN. De overige uiterwaarden van de Maas hebben naast een betekenis voor natuur ook een belangrijk recreatieve betekenis.

De landelijke eisen die voortvloeien uit de aanwijzing tot NNN en het ruimte bieden aan de rivier betekenen dat zeer terughoudend moet worden omgegaan met het toevoegen van nieuwe bebouwing. Ingevolge de Omgevingsverordening Gelderland (2018) bestaat op gronden die geheel worden omsloten door het NNN/GNN (Gelders Natuurnetwerk) de mogelijkheid tot uitbreiding van bestaande functies, maar alleen indien is aangetoond dat verplaatsing naar een locatie buiten het NNN/GNN bedrijfseconomisch niet mogelijk is en de kernkwaliteiten van het gebied per saldo worden versterkt.

Natuur, landschap en water vormen dan ook de hoofdfuncties. Vanwege de natuurontwikkeling wordt gestreefd naar het behouden van kenmerkende landschapselementen, zoals bakenbomen langs de Maas.

Begrazing (intensief en extensief) van gronden is wel mogelijk. Natuurbeleving (en extensieve recreatie) vormen een steeds belangrijkere functie van de uiterwaarden. Hierbij moet het zicht vanuit de uiterwaarden, in een afwisselend open en dicht landschap, op de rivier behouden blijven. Ook het versterken en behouden van zichtlijnen naar de rivier vanuit de kernen is van belang.

Steenfabrieken en andere cultuurhistorische elementen moeten behouden blijven. De gebouwen kunnen uitstekend worden benut voor andere functies en geven identiteit aan het gebied.

Trends en ontwikkelingen

Allereerst zorgen de nieuwe opgaven op het gebied van klimaatadaptatie en energietransitie voor belangrijke ontwikkelingen op het gebied van natuur en landschap. Samen met schaalvergroting van de landbouw en woningbouw zorgen zij voor de grootste ruimteclaims. Zo moet in het kader van klimaatadaptatie voorzien worden in de aanleg van waterberging. De energietransitie zorgt weer voor andere dilemma’s en vraagstukken: willen we zonnepanelen op (landbouw)gronden leggen en wat betekent dit voor de kwaliteit van de bodem? Hoe kunnen we ze zo landschappelijk inpassen dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de biodiversiteit?

Als belangrijke trends kunnen verder worden genoemd de omvorming van de traditionele landbouw tot een meer natuurinclusieve, biologische (kringloop)landbouw en de wens om de biodiversiteit in het gehele buitengebied te vergroten. Dit laatste kan worden bereikt door de aanleg en instandhouding van bermen, laanbeplanting, bosjes en andere landschapselementen, maar ook door agrarisch natuurbeheer. Agrarisch natuurbeheer is een aangepaste bedrijfsvoering om natuur- en landschapswaarden te behouden of te creëren. De betreffende percelen behouden hun (primaire) landbouwproductiefunctie, maar agrariërs nemen op en rond hun bedrijf maatregelen voor natuur en landschap. Een boer kan tijdens de werkzaamheden rekening houden met de natuurlijke flora en fauna op zijn land. Zo kan hij besluiten voor een bepaalde datum zijn weilanden niet te maaien, rekening houden met de nesten van weidevogels, slootkanten niet maaien, het land niet bemesten of poelen graven voor amfibieën. Ook kan hij akkerranden aanbrengen voor biodiversiteit of solitaire bomen planten voor schaduw. Voor maatregelen die een extra inspanning vragen of extra kosten met zich mee brengen, kan de boer een vergoeding van de overheid krijgen. Sinds 1 januari 2016 is er vanuit de provincies het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. De kern hiervan is een leefgebiedenbenadering voor (dier)soorten van internationaal belang op basis van een collectieve, gebiedsgerichte aanpak. De provincie verstrekt echter alleen maar subsidie voor ANLb aan gecertificeerde agrarische collectieven en niet aan individuele agrariërs. De provincie geeft in haar Natuurbeheerplan aan in welke gebieden het voor agrarische collectieven mogelijk is om subsidie voor het ANLb aan te vragen.

Ambities en keuzes

De Waaluiterwaarden zijn Natura 2000-gebied. Natuur(ontwikkeling), inclusief het behoud, herstel en versterken van biodiversiteit, is hier de belangrijkste functie. Wat begroeiing en vegetatie betreft, volgen we de Vegetatielegger van Rijkswaterstaat. Deze geeft de norm voor begroeiing aan in het hele riviergebied. Verder willen we de wandel- en struinpaden in de Waaluiterwaarden behouden en waar mogelijk versterken. Tot slot moet er ook ruimte zijn voor kleinschalige voorzieningen in het kader van recreatief gebruik.

Langs de Maasuiterwaarden wordt een verweving voorgestaan van natuur en recreatie. Ook hier willen we de biodiversiteit vergroten en de kenmerkende bakenbomen langs de Maas behouden.

 


Afdrukken   E-mailadres